Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij doorboordet met zijn staven het hoofd zijner dorplieden; zij hebben gestormd, om [62]mij te verstrooien; [63]die zich verheugden, alsof zij [64]de ellendigen in het verborgen zouden opeten. 61. Te weten van den gezalfde, of met uws volks staven of stokken. De zin is: Gij hebt degenen, die op de dorpen en omliggende plaatsen overig waren en uw volk kwelden, door uwen gezalfde zo te schande gemaakt, alsof Gij hen het hoofd met een boor doorboord hadt. Anders: met hunne, te weten met hun eigen staven, dat is, met dezelfde middelen, door welke zij uw volk dachten te verdelgen. 62. Te weten mijn volk, de Israelieten. 63. Hebr. hunlieder verheuging was, enz. 64. Te weten de ellendige bedrukte, ja, schier verdrukte Israelieten, die dikwijls uit vrees der vijanden zich moesten versteken in holen en spelonken ten tijde der richters, want het scheen dat zij hen met huid en met haar zouden opeten en verslinden.